Nervus peroneus syndroom

Wanneer de zenuw van de buitenkant van de knie (nervus peroneus/fibularis) ingekneld geraakt, kan dit leiden tot het nervus peroneus syndroom. De meest voorkomende oorzaken van dit ziektebeeld zijn snel gewichtsverlies op korte termijn en rechtstreekse druk op de knie (zoals gedurende lange tijd met gekruiste benen zitten, op de hurken zitten of wanneer de knie bij langdurige autoritten tegen de deur drukt).

Incidentie

Het nervus peroneus syndroom, ook bekend als peroneus entrapment syndrome, is een aandoening waarbij de zenuw (nervus peroneus) in het onderbeen wordt bekneld of beschadigd. De werkelijke incidentie en prevalentie van de aandoening zijn niet goed bekend, omdat de aandoening vaak niet wordt gediagnosticeerd en er een gebrek is aan gestandaardiseerde diagnostische criteria.

Sommige studies suggereren echter dat beknelling van de peroneus de meest voorkomende mononeuropathie van de onderste extremiteit is en dat het vaker voorkomt bij mannen van middelbare leeftijd. Ook andere demografische groepen, zoals personen van alle leeftijden en geslachten, kunnen deze aandoening ontwikkelen.

Er zijn verschillende risicofactoren die in verband worden gebracht met de ontwikkeling van het nervus peroneus syndroom, zoals trauma of letsel aan het onderbeen, langdurige immobilisatie, het dragen van nauwsluitende schoenen of broeken, overgewicht en diabetes. Bovendien kunnen bepaalde sporten of activiteiten, zoals skiën of hardlopen, die het onderbeen herhaaldelijk belasten, het risico op het ontwikkelen van de aandoening vergroten.

Symptomen

De symptomen van het nervus peroneus syndroom kunnen variëren, afhankelijk van de ernst en de onderliggende oorzaak van de aandoening.

De meest voorkomende symptomen van het nervus peroneus syndroom zijn gevoelloosheid of tintelingen in het onderbeen of de voet, met name langs de bovenkant van de voet of het buitenste deel van de kuit. Dit kan gepaard gaan met een gevoel van spierzwakte of spier vermindering in het onderbeen of de voet.

Sommige mensen met het nervus peroneus syndroom kunnen ook pijn ervaren, met name wanneer druk wordt uitgeoefend op het getroffen gebied, zoals bij knielen of het kruisen van de benen. De pijn kan scherp of dof zijn en kan met tussenpozen of voortdurend optreden.

In ernstigere gevallen kunnen mensen met het nervus peroneus syndroom last krijgen van een klapvoet, een aandoening waarbij de voet niet kan worden opgetild, waardoor lopen of rennen moeilijk wordt. Dit kan leiden tot duidelijk mank lopen en het risico op vallen vergroten.

Diagnose

Om een inklemming van de zenuw door een lumbale hernia (soortgelijk klachtenpatroon) uit te sluiten, wordt meestal een EMG (elektromyografie) aangevraagd. Een EMG is een onderzoek waarbij de werking van de spieren en de zenuwen wordt gemeten.

Behandeling

De behandeling van het nervus peroneus syndroom hangt af van de ernst en de onderliggende oorzaak van de aandoening.

In milde gevallen kunnen conservatieve behandelingen zoals kinesitherapie, ontstekingsremmende medicijnen en het dragen van ondersteunend schoeisel effectief zijn om de symptomen te beheersen. In ernstigere gevallen kan echter een chirurgische behandeling nodig zijn om de compressie of beschadiging van de peroneus te verlichten.

De chirurgische behandeling van het nervus peroneus syndroom omvat een decompressieoperatie of neurolyse, waarbij de druk op de zenuw wordt weggenomen of littekenweefsel dat de zenuw beknelt, wordt verwijderd. Dit kan met verschillende technieken worden gedaan, waaronder een open chirurgische benadering of minimaal invasieve procedures.

Opname

Voor de operatie wordt patiënt gedurende één dag opgenomen in het daghospitaal. U meldt zich dan op de afgesproken dag aan bij de ontvangstbalie van het ziekenhuis. De patiënt kan in de namiddag het ziekenhuis verlaten.

Nabehandeling

Na de ingreep zijn geen bijzondere maatregelen voor de wonde te treffen. Kinésitherapie en elektrostimulatie van deze zenuw zal worden voorgeschreven. De patiënt dient ook zelf voldoende in te staan voor oefeningen met name het op de hielen proberen te stappen. De herstelduur is afhankelijk van de ernst van de uitval, maar neemt minstens enkele weken in beslag. Een 10-tal dagen na de ingreep kan de huisarts de hechtingen of haakjes verwijderen. Een controleraadpleging met een controle elektromyografisch onderzoek wordt 2 maanden na de ingreep afgesproken.

Prognose

De prognose voor mensen met het nervus peroneus syndroom kan variëren, afhankelijk van de ernst en de onderliggende oorzaak van de aandoening.

In milde gevallen is de prognose voor herstel, met snelle behandeling en behandeling van de symptomen, over het algemeen goed en kunnen mensen verwachten binnen enkele weken tot enkele maanden hun normale functie en mobiliteit terug te krijgen.

In ernstigere gevallen, waarbij zenuwschade of spierverlies is opgetreden, kan de prognose echter minder gunstig zijn. De omvang van de zenuwbeschadiging en de duur van de compressie vóór de behandeling kunnen ook van invloed zijn op de prognose.

Volgens sommige studies kan chirurgische behandeling van het nervus peroneus syndroom in 80% van de gevallen tot een goed resultaat leiden, met een verbeterde zenuwfunctie en verlichting van de symptomen.