Cervicale discectomie, fusie en prothese
Deze techniek wordt gebruikt ter behandeling van nekhernia's en bij wervelkanaalvernauwingen waarbij de vernauwing zich situeert aan de voorzijde van het wervelkanaal.
Deze techniek wordt gebruikt ter behandeling van nekhernia's en bij wervelkanaalvernauwingen waarbij de vernauwing zich situeert aan de voorzijde van het wervelkanaal.
Via een kleine incisie van een 4-tal centimeters ter hoogte van de rechterhals wordt de wervelzuil aan de voorzijde benaderd. Vervolgens wordt de tussenwervelschijf verwijderd. Daarna wordt de hernia en de eventuele artrose verwijderd. Op die manier kan de druk op de zenuw en het ruggenmerg worden opgeheven.
Vervolgens zijn er twee opties. Ofwel wordt er een fusie verricht ofwel een nieuwe tussenwervelschijf (prothese) geïmplanteerd. Wanneer een fusie wordt verricht wordt er een blokje geplaatst in tussenwervelsruimte. Dit blokje wordt met twee kleine schroefjes gefixeerd. Zo kan er op termijn een fusie ontstaan. Er kan ook geopteerd worden om een prothese te plaatsen, dit is een kunsttussenwervelschijf. Het verschil tussen beide ligt niet hen niet zo zeer in de beweeglijkheid, patiënten die een fusieoperatie ondergaan kunnen evengoed hun nek bewegen. De prothese vermindert eventuele overbelasting van de boven- en onderliggende tussenwervelschijf. Een prothese wordt echter niet terugbetaald door de mutualiteit, enkel door sommige hospitalisatieverzekeringen.
Bij de operatie wordt de huid gesloten door middel van een onderhuidse hechting. Steristrips worden op de wonde geplakt en dienen aanwezig te blijven tot dat de huisarts de hechting verwijderd.
Hier volgen enkele aandoeningen waarvoor een cervicale discectomie, fusie en prothese nodig kunnen zijn:
Het is belangrijk op te merken dat niet alle patiënten met deze aandoeningen een operatie nodig hebben. Niet-chirurgische behandelingen zoals kinesitherapie, medicijnen en infiltraties kunnen voor sommige patiënten effectief zijn.
Een hospitalisatieduur van 1 à 2 nachten is te voorzien. Wanneer de controlefoto gunstig resultaat toont kan de patiënt in principe het ziekenhuis verlaten. Een controle afspraak wordt bij ontslag voorzien, ongeveer 6 weken na de ingreep.
Voor dergelijke ingrepen is een halskraag nooit nodig, het is zelfs tegenaangewezen omdat hierdoor de hals en de nekspieren zullen verslappen.
De patiënt ervaart de dag na de ingreep bijna altijd een zo goed als volledig verdwijnen van de uitstralende pijnklachten in de arm. Sliklast kan gedurende 2 à 3 weken aanwezig zijn. De patiënt ervaart meestal gedurende 1 à 2 maanden een spierlast ter hoogte van de schouderbladen. Eventueel kan voor deze laatste klacht 1 maand na de ingreep een kinesitherapeutische behandeling noodzakelijk zijn.
De hechtingen mogen 10 dagen na de ingreep door de huisarts verwijderd worden. Op dat moment kan met de huisarts ook de verdere afbouw van de pijnstillers worden besproken.
De kans op complicaties bij dergelijke ingreep is zeer gering. Een bloeding met druk op de zenuwen of luchtpijp is uiterst zeldzaam.
Daarnaast zijn er de algemene complicaties, die bij vrijwel elke operatie mogelijk zijn:
Echter, komen deze complicaties zelden voor. De behandelende neurochirurg zal altijd op voorhand uitvoerig de voordelen en risico's van deze ingreep bespreken.
Deze website maakt gebruik van functionele cookies die minimaal nodig zijn om de website goed te laten werken. Daarnaast zijn er ook nog extra cookies. Zij brengen, volledig anoniem, jouw gebruik in kaart voor analyse en onderzoek.
Klik hier voor ons privacy- en cookiebeleidOptimaliseren advertenties op basis van jouw surfgedrag en zorgen voor een optimale wisselwerking met sociale media zoals Youtube, Twitter, Facebook of Instagram.