Cervicale discectomie, fusie en prothese

Deze techniek wordt gebruikt ter behandeling van nekhernia's en bij wervelkanaalvernauwingen waarbij de vernauwing zich situeert aan de voorzijde van het wervelkanaal.

De operatie

Via een kleine incisie van een 4-tal centimeters ter hoogte van de rechterhals wordt de wervelzuil aan de voorzijde benaderd. Vervolgens wordt de tussenwervelschijf verwijderd. Daarna wordt de hernia en de eventuele artrose verwijderd. Op die manier kan de druk op de zenuw en het ruggenmerg worden opgeheven.

Vervolgens zijn er twee opties. Ofwel wordt er een fusie verricht ofwel een nieuwe tussenwervelschijf (prothese) geïmplanteerd. Wanneer een fusie wordt verricht wordt er een blokje geplaatst in tussenwervelsruimte. Dit blokje wordt met twee kleine schroefjes gefixeerd. Zo kan er op termijn een fusie ontstaan. Er kan ook geopteerd worden om een prothese te plaatsen, dit is een kunsttussenwervelschijf. Het verschil tussen beide ligt niet hen niet zo zeer in de beweeglijkheid, patiënten die een fusieoperatie ondergaan kunnen evengoed hun nek bewegen. De prothese vermindert eventuele overbelasting van de boven- en onderliggende tussenwervelschijf. Een prothese wordt echter niet terugbetaald door de mutualiteit, enkel door sommige hospitalisatieverzekeringen.

Bij de operatie wordt de huid gesloten door middel van een onderhuidse hechting. Steristrips worden op de wonde geplakt en dienen aanwezig te blijven tot dat de huisarts de hechting verwijderd.

Voor wie?

Hier volgen enkele aandoeningen waarvoor een cervicale discectomie, fusie en prothese nodig kunnen zijn:

  • Cervicale hernia: Wanneer een schijf in de nek uitpuilt of scheurt, kan deze druk uitoefenen op de zenuwen in de wervelkolom, wat pijn, zwakte en gevoelloosheid in de nek, armen en handen veroorzaakt.
  • Cervicale wervelkanaalstenose: Wanneer het wervelkanaal in de nek vernauwt, kan dit druk uitoefenen op het ruggenmerg en de zenuwen, wat pijn, zwakte en gevoelloosheid in de nek, armen en handen veroorzaakt.
  • Degeneratieve discusziekte: Wanneer de tussenwervelschijven in de nek met de jaren slijten, kunnen ze hun demping verliezen en pijn, stijfheid en verminderde beweeglijkheid in de nek veroorzaken.
  • Niet-succesvolle eerdere nekoperatie: Als een eerdere nekoperatie de symptomen niet heeft kunnen verlichten of tot complicaties heeft geleid, kan een cervicale discectomie, fusie en prothese nodig zijn om het probleem te verhelpen.

Het is belangrijk op te merken dat niet alle patiënten met deze aandoeningen een operatie nodig hebben. Niet-chirurgische behandelingen zoals kinesitherapie, medicijnen en infiltraties kunnen voor sommige patiënten effectief zijn.

Opname

Een hospitalisatieduur van 1 à 2 nachten is te voorzien. Wanneer de controlefoto gunstig resultaat toont kan de patiënt in principe het ziekenhuis verlaten. Een controle afspraak wordt bij ontslag voorzien, ongeveer 6 weken na de ingreep.

Na de operatie

Voor dergelijke ingrepen is een halskraag nooit nodig, het is zelfs tegenaangewezen omdat hierdoor de hals en de nekspieren zullen verslappen.

De patiënt ervaart de dag na de ingreep bijna altijd een zo goed als volledig verdwijnen van de uitstralende pijnklachten in de arm. Sliklast kan gedurende 2 à 3 weken aanwezig zijn. De patiënt ervaart meestal gedurende 1 à 2 maanden een spierlast ter hoogte van de schouderbladen. Eventueel kan voor deze laatste klacht 1 maand na de ingreep een kinesitherapeutische behandeling noodzakelijk zijn.

De hechtingen mogen 10 dagen na de ingreep door de huisarts verwijderd worden. Op dat moment kan met de huisarts ook de verdere afbouw van de pijnstillers worden besproken.

Mogelijke complicaties

De kans op complicaties bij dergelijke ingreep is zeer gering. Een bloeding met druk op de zenuwen of luchtpijp is uiterst zeldzaam.

Daarnaast zijn er de algemene complicaties, die bij vrijwel elke operatie mogelijk zijn:

  • Bloedingen
  • Infectie: Chirurgie kan het risico op een infectie verhogen, die extra behandeling vereist.
  • Complicaties door anesthesie: Anesthesie kan complicaties veroorzaken zoals ademhalingsmoeilijkheden, allergische reacties en hartproblemen.
  • Bloedstolsels: Een operatie kan het risico op bloedstolsels verhogen.

Echter, komen deze complicaties zelden voor. De behandelende neurochirurg zal altijd op voorhand uitvoerig de voordelen en risico's van deze ingreep bespreken.