Cervicale discushernia

Een nekhernia of cervicale discushernia is een uitpuiling van de tussenwervelschijf of discus ter hoogte van de nekwervels. De functie van deze discus is de beweging van de wervelkolom te onderhouden. Slijtage van de tussenwervelschijf is een normaal proces dat bij iedereen in meerdere of mindere mate plaatsvindt. Echter wanneer er een scheur ontstaat in de vezelring, kan het binnenste gedeelte van de tussenwervelschijf, de zogenaamde kern, gaan uitpuilen. Deze uitpuiling kan druk veroorzaken op één van de zenuwen of het ruggenmerg.

Incidentie

Een nekhernia komt vrij vaak voor, 1 tot 6 op 1000 personen lijdt aan een cervicale hernia. De diagnose wordt meestal gesteld bij mensen tussen 40 en 50 jaar, met de hoogste frequentie bij beide geslachten op 45-jarige leeftijd.

Leeftijd is een belangrijke risicofactor voor cervicale hernia, aangezien de tussenwervelschijven in de nek minder elastisch en kwetsbaarder worden naarmate men ouder wordt. Een andere factor is het beroep, waarbij fysiek veeleisende taken met herhaalde bewegingen van de nek, zwaar tillen of lastige houdingen het risico verhogen. Genetica kan ook een rol spelen: bepaalde erfelijke eigenschappen maken sommige mensen vatbaarder voor de aandoening.

Roken is een belangrijke risicofactor, omdat het de bloedvaten die de tussenwervelschijven in de nek van bloed voorzien, kan beschadigen, waardoor de kans op een hernia toeneemt. Obesitas en een slechte lichaamshouding zijn ook factoren die de belasting van de halswervelkolom verhogen en bijdragen tot discusdegeneratie en een hernia.

Symptomen

De verschijnselen van een nekhernia bestaan onder andere uit pijn die uitstraalt in de arm, dit kan zijn in de bovenarm, de onderarm en zelfs tot in de hand. De pijn treedt op in het verzorgingsgebied van de zenuw waarop de druk wordt uitgeoefend. Dit kan ook gepaard gaan met een doof of tintelend gevoel in de arm. Indien de zenuw in belangrijke mate bekneld wordt, kan dit zelfs aanleiding geven tot een verlamming en krachtsverlies in de arm. 

Diagnose

Een MRI-scan van de nekwervels is het eerste keuze-onderzoek. Dit onderzoek geeft nauwkeurige beelden over waar de hernia zit en in welke mate de zenuw verdrukt wordt. Een CT-scan van de nekwervels is minder geschikt voor het opsporen van een discushernia. Klinisch-neurologisch onderzoek kan uitvalsverschijnselen aantonen.

Daarnaast kan er ook een EMG (elektromyografie) worden uitgevoerd. Dit onderzoek test de geleiding van de zenuwen.

Behandeling

De behandeling is afhankelijk van de duur van de symptomen, de ernst van de symptomen en eventuele neurologische uitval.  Wanneer de uitstralende pijnklachten nog niet zo lang aanwezig zijn en er geen belangrijke neurologische uitval is, kan er vaak conservatief worden behandeld. De behandeling die dan wordt toegepast is een wortelinfiltratie of een epidurale infiltratie. In principe wordt een serie injecties toegediend met een week er tussen. Het effect van de behandeling wordt daarna een 4-tal weken afgewacht.

Als de uitstralende pijnklachten na geruime tijd nog aanwezig zijn, of de patiënt zeer hevig uitstralende pijnklachten heeft en deze eventueel gepaard gaan met een neurologische uitval dan zal een operatieve ingreep noodzakelijk zijn. Wat betreft de nekhernia zijn er 2 types van ingrepen die kunnen worden verricht. Ten eerste kan de hernia worden verwijderd via een insnede aan de voorzijde van de hals. Bij deze ingreep wordt, of een blokje (fusie) of een prothese, in de tussenwervelruimte geplaatst. Een tweede techniek is dat, via een kleine insnede aan de achterzijde van de nek zelf, enkel de herniaprop die tegen de zenuw duwt, wordt verwijderd. Welke operatieve techniek het meest opportuun is, is afhankelijk van het type nekhernia en zal door uw neurochirurg met u worden besproken.

Opname

De wortelinfiltraties of epidurale infiltraties vinden plaats in het neurochirurgisch pijncentrum en worden gezien als een dagbehandeling. De procedure duurt slechts enkele minuten, waarna u nog een tijdje in de verblijfzaal blijft voor de nodige controles. U verblijft in totaal 1 tot 2 uur in het pijncentrum. Hierna mag u terug naar huis. Na de behandeling mag u niet zelf autorijden.

Wanneer een operatief ingrijpen voor een nekhernia noodzakelijk is, is een hospitalisatieduur van 1 of maximum 2 nachten te voorzien. U verblijft dan op de verpleegafdeling neurochirurgie.

Nabehandeling

De uitstralende pijnklachten zullen na de ingreep vrijwel onmiddellijk sterk verbeterd zijn. Voor het herstel van tintelingen, doofheid en krachtsverlies kan 3 maanden noodzakelijk zijn. Het dragen van een halskraag bij een nekhernia is niet aangewezen, ook niet na een operatie. Dit zal enkel de nekspieren verslappen en geen bijdrage tot het herstel leveren. In principe mag de patiënt na dergelijke ingreep vrijwel onmiddellijk de lichte dagdagelijkse werkzaamheden hervatten. Een werkonbekwaamheid van 4 tot 6 weken is meestal te voorzien.

Afhankelijk van het beloop na de ingreep, zal er samen met de patiënt worden gekeken wanneer vervolgafspraken moeten plaatsvinden.

Het is mogelijk dat er voor deze vervolgafspraken nog beeldvorming wordt verricht ter controle.

Prognose

Veel patiënten met een cervicale discushernia kunnen een aanzienlijke verbetering van hun symptomen verwachten met een conservatieve behandeling, zoals kinesitherapie, pijnmedicatie en infiltraties. Volgens klinische studies meldt ongeveer 80% van de patiënten met een cervicale discushernia verbetering van de symptomen binnen 6 maanden na aanvang van de conservatieve therapie.

De prognose van een cervicale discushernia kan echter variëren afhankelijk van verschillende factoren, waaronder de ernst van de hernia, de algemene gezondheidstoestand van de patiënt en de reactie op de behandeling. In sommige gevallen kan chirurgisch ingrijpen noodzakelijk zijn als conservatieve therapie niet voldoende verlichting biedt, of als er sprake is van aanzienlijke zenuwbeknelling of ruggenmergletsel. Het succespercentage van een operatie voor cervicale hernia is over het algemeen vrij hoog: tot 90% van de patiënten ervaart een aanzienlijke verbetering van hun klachten na de operatie.