DLIF

DLIF staat voor directe laterale interbody fusie. Wanneer er een fusie van de lumbale wervels dient te gebeuren van het voorlaatste niveau L4/5 en hogerop wordt in eerste instantie beoordeeld of dit via de linkerflank kan worden verricht. Dit heeft tal van voordelen ten opzichte van een posterieure benadering via de rug.

De operatie

Er wordt een kleine insnede van een 3 à 4-tal centimeter gemaakt ter hoogte van de linkerflank. De spieren van de buikwand worden geopend en via de m. psoas ("varkenshaasspier" dit is de spier die van de lendewervelkolom via de buik naar het bovenbeen loopt) wordt de zijkant van de wervelkolom bereikt. Vervolgens wordt via de zijkant de volledige tussenwervelschijf verwijderd, de tussenwervelruimte opgehoogd toot een normale hoogte om dan vervolgens een kooi of cage in de tussenwervelruimte in te brengen. Deze cage is gevuld met een synthetisch product dat de botaanmaak tussen de twee wervels zal bevorderen. Vervolgens wordt het niveau gestabiliseerd door twee schroeven verbonden met een staafje.

Deze techniek heeft het grote voordeel dat er geen spieren moeten gekwetst worden en dat er geen enkele kans is op een uitval van de zenuwen gezien het zenuwkanaal via deze benadering volledig wordt gemeden. Daarom zal dan ook het herstel na deze ingreep veel vlotter gaan. Er zal veel minder nood zijn aan postoperatieve pijnmedicatie en de revalidatie zal sneller verlopen. Deze techniek behoort tot de minimaal invasieve chirurgische technieken.

Voor wie?

DLIF kan worden aanbevolen voor patiënten met de volgende aandoeningen:

  • Lumbale hernia: DLIF kan geschikt zijn voor patiënten met een hernia in de lendenwervelkolom. De procedure kan helpen de druk op de zenuwwortels te verlichten en symptomen zoals pijn, gevoelloosheid en zwakte te verlichten.
  • Spondylolisthesis: DLIF is effectief bij de behandeling van aandoeningen waarbij de wervelkolom instabiel is, zoals spondylolisthesis, inclusief aandoeningen veroorzaakt door een defect aan de pars interarticularis, degeneratieve veranderingen of trauma. De procedure biedt namelijk stabiliteit aan de wervelkolom door twee of meer wervels aan elkaar te fuseren.
  • Degeneratieve scoliose/kyphoscoliose: DLIF kan ook geschikt zijn voor patiënten met degeneratieve scoliose of kyphoscoliose, die instabiliteit van de wervelkolom en pijn kunnen veroorzaken. De procedure kan de normale kromming van de wervelkolom helpen herstellen en voor stabiliteit zorgen.

Het is belangrijk op te merken dat niet alle patiënten met deze aandoeningen een operatie nodig hebben. Niet-operatieve behandelingen zoals kinesitherapie, medicatie en infiltraties kunnen voor sommige patiënten effectief zijn.

Opname

Een hospitalisatieduur van 2 nachten is te voorzien. Hierna mag u naar huis en krijgt u een controle afspraak over een 6-tal weken.

Na de operatie

Als het verband niet bevuild is, blijft het best gesloten. De steri-
strips dienen op de wonde te blijven zitten tot het verwijderen
van de draadjes door de huisarts. Specifieke wondzorg is dus
niet nodig.
De eerste maand tot 6 weken na de ingreep is relatieve rust
te voorzien. Dit wil zeggen dat je activiteiten die je rug zwaar
belasten moet vermijden. Het gaat dan om heffen, bukken,
lange autoritten, langdurig zitten en fietsen. De gewone
activiteiten hervat je best zo snel mogelijk.
Zelf autorijden mag na ongeveer 2 weken, vermijd wel al te
lange ritten. Meerijden mag onmiddellijk, ook hier gaat de
voorkeur naar korte ritten.

Mogelijke complicaties

Voor de DLIF maken we een toegang doorheen de
linker psoas (spier die het dijbeen optilt). Vaak is het dan ook
tijdelijk moeilijk en/of pijnlijk om de linker heup te plooien. Ook
bij onverwachte zenuwschade kan dit moeilijk zijn, maar dit komt zelden voor.

Daarnaast zijn er de algemene complicaties, die bij vrijwel elke operatie mogelijk zijn:

  • Bloedingen
  • Infectie: Chirurgie kan het risico op een infectie verhogen, die extra behandeling vereist.
  • Complicaties door anesthesie: Anesthesie kan complicaties veroorzaken zoals ademhalingsmoeilijkheden, allergische reacties en hartproblemen.
  • Bloedstolsels: Een operatie kan het risico op bloedstolsels verhogen.

Echter, komen deze complicaties zelden voor. De behandelende neurochirurg zal altijd op voorhand uitvoerig de voordelen en risico's van deze ingreep bespreken.