Coma

Coma of bewusteloosheid wordt veroorzaakt doordat een deel van de hersenen onvoldoende of in zijn geheel niet werkt. Dit kan door meerdere oorzaken plaatsvinden zoals te weinig bloedaanvoer naar de hersenen of te hoge druk in de schedel.

Oorzaken van een comateuze toestand

We onderscheiden 2 grote types van coma

Enerzijds het diepe coma anderzijds de subcomateuze toestand.  Bij een diepe coma heeft de patiënt de ogen gesloten, maakt nauwelijks of geen bewegingen, moet kunstmatig gevoed en beademend worden en reageert niet op aanraken of pijnprikkels. Het lijkt hierbij alsof de patiênt de hele dag en nacht heel diep slaapt. Een subcomateuze toestand is de toestand waar de patiënt zich bevindt tussen een diepe coma en het volledig normaal bewustzijn. In deze fase kunnen de ogen afwisselend open of dicht zijn, reageert de patiënt op pijnprikkels, doch is er geen enkele bewuste beweging of interactie. Dergelijk type van coma evolueert vaak tot een vegetatief coma. Dit is een persisterende (sub)comateuze toestand 6 maanden na het ontstaan ervan waarbij de patiênt wel een dag en nachtritme kan ontwikkelen (overdag de ogen open en 's nachts de ogen gesloten), maar er geen enkele bewuste communicatie of beweging mogelijk is. De vitale functies zoals hartritme, ademhaling en maag-en darmfunctie blijven wel functioneren.

Patiënten in een comateuze toestand kunnen soms primaire reflexen vertonen. Dit wil zeggen dat de patiënten bepaalde reflexmatige bewegingen uitvoeren waarbij een arm of een been kan worden bewogen. Maar het is niet doelgericht, het is geen bewuste beweging en is dus zeker geen teken dat patiënt uit de comateuze toestand ontwaakt.

Over het algemeen is het uiterst moeilijk om de duur van een coma te voorspellen. Veel zal afhangen van de uitgebreidheid van de oorspronkelijke hersenschade. Vaak wordt pas op langere termijn duidelijk hoe lang iemand in coma zal blijven en/of de patiënt er blijvende schade aan zal overhouden. In het algemeen is te stellen dat hoe langer een coma duurt hoe groter de kans dat er blijvende gevolgen zijn.

Vaak stelt de familie de vraag of de patiënt in een coma hun kan horen of zien. De meningen hierover zijn verdeeld. Het feit dat de patiënt de ogen open heeft en rondkijkt wil niet zeggen dat hij iets ziet of herkent. Hetzelfde geldt voor horen. Men gaat er meestal van uit dat de patiênt iets kan verstaan of kan begrijpen ook al weet men dat niet zeker. Daarom zijn we altijd voorzichtig om delicate gesprekken te voeren aan het bed van een comapatiënt. Meestal worden deze gesprekken niet in het bijzijn van patiënt gevoerd.